Met een kind van 4 jaar pak je samen elke dag de viool even uit om een paar minuutjes te spelen. Als je zelf een instrument bespeelt, kan je bijvoorbeeld een liedje spelen dat je kind ritmisch op een snaar meespeelt. Dan stukjes uit een beginners-boek, eerst plukken (pizzicato), daarna met stok (arco). Met cd- of pianobegeleiding gaat de muziek meteen leven. Een fijn moment, waar jullie beiden plezier aan zullen beleven. Kies het moment goed; geen haast en volledige concentratie op één ding.
Als je kind 6 of 7 jaar is, dan kan je al iets meer verwachten, maar ook hier begin je met 5 minuutjes oefenen, wat je dan wekelijks ietsje opvoert. Het is een gewoonte die erin slijt en waar jij en je kind aan gehecht raken. En vooral geen berg waar je tegenop ziet.
Vanaf zo’n 9 jaar kan je kind al gedeeltelijk zelfstandig oefenen. Het huiswerk is in de les al voorbereid en er zijn eventueel wat filmpjes meegestuurd. De eerste dag zou je nog kunnen helpen en in ‘t midden van de week nog een keer. Als je dan halverwege de week een filmpje maakt en naar de leraar opstuurt, kan deze nuttige feedback geven, waardoor het oefenen de laatste dagen voor de volgende les meer effect zal hebben. Dit is een goed alternatief voor twee keer in de week les, wat in de praktijk moeilijk te realiseren is.
Bij kinderen van 12 jaar en ouder kan je het oefenen loslaten. De lessen en het contact tussen leraar en leerling zijn inspirerend en er is sprake van innerlijke motivatie om telkens beter te leren spelen en dus effectief te studeren. Mooie opnames beluisteren, live concerten bezoeken en andere gevorderde leerlingen beluisteren, geeft nog extra inspiratie en natuurlijk is het ’t allerleukste om samen te spelen met leeftijdsgenoten in orkesten en ensembles.